Als het over energiebesparing en isolatie gaat, valt ook vaak het woord comfort. Want: door isolatie verbetert uw wooncomfort. Het wordt behaaglijker, prettiger in huis. Wat maakt een huis nou comfortabel en wat kunt u hier zelf aan doen?

Comfort heeft met verschillende dingen te maken. Als eerste denk je natuurlijk aan de temperatuur. Maar met de thermostaat op 22 hoeft het nog niet behaaglijk te zijn. Tocht, vocht en te grote temperatuurverschillen kunnen de oorzaak zijn dat u het nog steeds niet lekker warm hebt.

Tocht blijf je voelen

Ongewenst kan in een huis veel warmte verloren gaan, bijvoorbeeld omdat de deuren en ramen niet goed sluiten en er constant kou naar binnen komt. Of doordat er kieren zitten tussen de aansluitingen van bijvoorbeeld het dak en de muren of tussen de kozijnen en de muren. Maar ook ventilatieroosters kunnen tocht geven, als de wind volop op de gevel staat. En koude lucht die door de brievenbus binnenkomt, kan onder de deur van de woonkamer door trekken en voor koude voeten zorgen. Met tocht heb je al snel de neiging om de thermostaat hoger te zetten. Maar echt helpen zal dat niet.

Vochtige lucht voelt kil

De lucht in huis is eigenlijk altijd vochtiger dan de buitenlucht, zeker in de winter. Koude lucht is droge lucht. En gaan we deze lucht verwarmen, dan wordt die nog droger. Maar door onze ademhaling, douchen, koken, het drogen van wasgoed en planten in huis produceren we elke dag wel 10 tot 15 liter vocht. Warme lucht kan veel vocht opnemen. Vocht in de vorm van waterdamp die we af moeten voeren door te ventileren. Maar is het koud op bepaalde plekken in huis, dan koelt die binnenlucht hier weer af. De lucht wordt dan klam, vochtig koud. Ook met absoluut gezien dezelfde hoeveelheid vocht voelt deze afgekoelde lucht dan veel vochtiger aan. Dit noemen we de relatieve luchtvochtigheid: hoe je vocht in de lucht ervaart, hangt behalve van de hoeveelheid waterdamp ook af van de temperatuur van de lucht. Op die koude plekken in huis kan het vocht in de lucht bovendien gaan condenseren, met mogelijk schimmels tot gevolg. Vocht is dus niet gezond én niet behaaglijk. Bovendien kost het extra veel energie om vochtige lucht op te warmen.

Temperatuurverschillen zijn onbehaaglijk

Ook te grote verschillen in temperatuur maken dat het niet behaaglijk voelt. Een voorbeeld. Stel dat het buiten -10 graden is en binnen 22. Bij een niet geïsoleerde spouwmuur is de temperatuur aan de binnenkant van de muur dan zo’n 11 graden: een verschil van 11 graden. De gemiddelde temperatuur in de kamer is dan slechts 16,5. Richting de muur zal je lichaam extra warmte uitstralen (lees: verliezen). En dat voel je. Ter vergelijking: bij een wél geïsoleerde spouwmuur is de temperatuur aan de binnenkant van de muur in hetzelfde voorbeeld 18 graden. Het temperatuurverschil is dan maar 4 graden en dat voelt veel behaaglijker.

Hoe maak u uw huis comfortabeler?

Tocht, vocht en slechte isolatie maken dat het in huis niet behaaglijk voelt, hoe hoog u de verwarming ook zet. Dus ga de strijd aan met tocht. Laat uw huis isoleren zodat het binnen gelijkmatig warm is en u geen koude plekken meer hebt waar vocht condenseert. En zorg voor goede ventilatie. Want droge lucht warmt beter en sneller op en zo spaart u weer energie. Zo wordt uw huis veel behaaglijker en uw maandelijkse energierekening kan ook nog eens flink omlaag.