Bij condens denkt eigenlijk iedereen: meer ventileren. Maar vaak is dat juist NIET de oplossing. Zeker niet in de winter. Want:
- warme lucht kan veel waterdamp bevatten,
- koude lucht kan weinig waterdamp bevatten,
- als koude lucht opwarmt, wordt deze droger,
- als warme lucht afkoelt wordt deze vochtiger.
Zorg dus dat u geen koude plekken in huis hebt. Zoals bijv. enkel glas of een ongeïsoleerde muur. Maar ook een kamer met een raam dat de hele dag open staat. Waar het kouder is, wordt de lucht vochtiger en kan condens en schimmel ontstaan.
Kies voor kort maar krachtig luchten: 15 tot 30 minuten het raam goed open is voldoende. Alle lucht wordt dan ververst zonder dat alles koud wordt. De warmte die in de muren, de meubels, het beddegoed etc. zit opgeslagen, blijft dan behouden.
Blijf wel een beetje ventileren met bijvoorbeeld ventilatieroosters. Ventileren betekent op de ene plek een klein beetje verse lucht erin, en die op een andere plek als vervuilde lucht weer afvoeren.
En vooral: pak de koude plekken aan, dus laat uw huis isoleren. Het maakt uw huis veel comfortabeler.